Deze akkernaam in Gerwen komt ook voor als de Zelstakker en Zeltakker. Deels is de akker op dit moment nog in gebruik als akker, en deels zijn er inmiddels huizen op gebouwd. De locatie is te vinden tussen het Rullen en de dorpsrand van Gerwen.
Er zijn meerdere verklaringen voor het toponiem ‘zelst’, ‘selles’ of ‘zeel’. Twee verklaringen zijn hier het meest voor de hand liggend.
Het woord ‘zeel’ of ‘seel’ heeft de betekenis van een touw. Aan de kadasterkaart hieronder te zien is duidelijk zichtbaar dat de akkers een zeer langvormig karakter hebben. Dit zou dus in de vorm kunnen zijn van een denkbeeldig touw.
De andere verklaring komt van het woord ‘sijl’ of ‘zijl’. Dit heeft de betekenis van een waterloopje of afwateringssloot. De Sellesakker grenst aan het vroegere Huysven. Hier lag vroeger een ven tussen de akkers. Tegenwoordig zijn bijna alle vennen gedempt die gelegen zijn tussen de akkergronden. Deze vennen werden ook vaak aangduid als ‘weijer’. Het zou kunnen zijn dat er een afwateringssloot lag met betrekking tot het vroegere Huysven.
Wat ook aannemelijk is, is dat de naam is afgeleid van een waterloop. Het gebied is namelijk ook de oorsprong van een waterloopje die via het Rullen, Nieuwe Dijk en de Heerendonk loopt. Deze loop werd vroeger ook wel de Rullense loop of Willigstraatse loop genoemd. Hedendaags wordt deze loop afsneden door het Wilhelminakanaal maar vroeger liep deze door tot ze uitkwam in Breugel. Daar is ze beter bekend als de Breugelse Beek of De Leet.
Akkercomplex
De Sellesakker maakte in vroeger eeuwen deel uit van een groot en oud akkercomplex in Gerwen. Onder andere De Huijkert en De Heuvel maakte hier ook deel van uit. Deze hogere akkergronden waren populaire woongebieden tot ongeveer het jaar 1200. Er zijn verspreid over deze akkergronden Romeinse vondsten gedaan in de vorm van munten en restanten van aardewerk. Waarschijnlijk waren deze akkers dus al in de Ijzertijd en Romeinse tijd in gebruik. Echter is hier nooit een Romeinse nederzetting gevonden, dus het vermoeden bestaat dat het hier gaat om losstaande agrarische bewoning.
Na 1200 verschoof de bewoning naar iets lager gelegen gronden. Voor Gerwen was dit het buurtschap Laar wat in feite toen het centrum van het dorp was. Na 1900 verschoof het centrum weer naar haar oude plek op de Heuvel, waarna het dorp zich verder uitbreidde.
Eigenaren
In het maatboek van 1769 komen we onderstaande eigenaren tegen van de Sellesakker en omgeving. Deze woonden op het Rullen.
-Hannis Teunis van der Putten – De helft van de Zeltakker
-Johannis Teunis van der Putten – Twee veldjes van de Zeltakker van Jan Martens
-Hendrik Servaassen Dijstelbloem – Groese (weiland) omtrent de Zeltakker
En de kadasterkaart uit 1832 laat onderstaande eigenaren zien:
-Francis Cuipers
-De kinderen van Willem de Wit
-Floor de Greef
-De kinderen van Hendrik van Kemenade
—–
Frank Raaijmakers
bronnen:
Van den Aabeemd tot de Zwijnsput – Henk Beijers
historischegeografiebrabant.nl
Geef een reactie