De naam Netelhorst is een vergeten veldnaam welke goed te lokaliseren is omdat deze nog in de archieven terug te vinden is. Het toponiem is ook goed te verklaren en terug te zien in het huidige landschap. Al in 1610 wordt de naam genoemd in een archief, dus deze veldnaam is al 400 jaar oud en waarschijnlijk nog veel ouder.

Verklaring van de naam
Horst is een afleiding van hursti, is een beboste of met struik gewas begroeide opduiking in een moerassig terrein. Het toponiem -horst is een historische benaming voor een met kreupelhout of hakhout begroeid, hoger gelegen stuk grond. De grond is meestal zandgrond en de houtbegroeiing kan zowel op als rondom het stuk grond voorkomen. bron: Wikipedia.

Huidige situatie

Het gebied ligt ten westen van Stad van Gerwen in het Breugels Broek. Het Wilhelminakanaal heeft het gebied doorsneden waardoor het noordelijke gedeelte van de Netelhorst nu niet meer bestaat. Het zuidelijke gedeelte is nog aanwezig en is anno 2024 een vervallen populierenbos.
Wie dit bos betreedt zal merken dat het drogere grond is dan de broekbossen in de directe omgeving. Dit verklaart ook het ‘Horst’ toponiem.

Hoogtekaart 2024 met in het midden de Netelhorst

1900
In tegenstelling tot het huidige natuurgebied laat de kaart van 1900 zien dat het gebied in agrarisch gebruik was als beemdgrond. De sloten die te zien zijn, zijn ook nu nog duidelijk herkenbaar op het hoogtekaartje. Deze oude perceelscheidigen bestaan nu dus nog steeds.

Situatie 1900

Heide of woeste grond

De topografische atlas van 1836 laat een deel zien als onontgonnen grond, vooral het noordelijke deel. Dit duidt erop dat het in deze tijd nog een klein heide gebied was of in ieder geval een ruiger gebied dan de omringende weilanden.

1836

De kadastrale info uit 1832 laat zien dat Arnoldus van Dooren uit Esch eigenaar was van de onderstaande percelen gemarkeerd met ‘A’.
Met ‘W’ is aangegeven perceel D1298 welke in 1833 verkocht wordt door de erfgenamen van Hendrik Aarts aan Anthonie van Rooij. Bij deze verkoop wordt de naam ‘de Netelhorst’ benoemd.
Het noordelijke gedeelte wordt aangegeven als heidegebied. Deze heide zal ergens in de loop van de 19e eeuw ontgonnen zijn naar weilanden.

Kadaster 1832

Cijnsregister Heer van Helmond
Er zijn enkele vermeldingen in het Helmondse cijnsregister met de naam van de Netelhorst. Dit is een belangrijke ontdekking omdat vermeldingen in dit register betrekking hebben op percelen die vrijgegeven zijn aan de boeren tussen 1190 en 1314. Voor deze tijd was het land wildernis en in bezit van een heer (vaak de Hertog). Er kan dus gesteld worden dat het zuidelijke gedeelte van de Netelhorst in de periode 1190 – 1314 is ontgonnen en het noordelijke gedeelte tot in de 19e eeuw niet in cultuur is gebracht.

Maria van de Ven, weduwe van Hendrik Aarts Timmerman
Uit enen beemt genaamd de Netelhorst..groot omtrent 2 lopens, u.l. Clusius beemt Heer van Waalre, a.l. de kinderen van Hendrik van Luijtelaar.
Cijnsboek Heer van Helmond 1785-1849 Nuenen en Gerwen.

De Netelhorst is verder nog eenmaal terug te vinden in het archief van de Schepenbank van Helmond uit 1610. Hierin wordt het eigendom van ‘de Netelhorst’ overgedragen.

BERTHOUT van HETSROY heeft in erfmangelinge overgegeven aan DERICK zv ART LENARTS een huis met schuur en schaapskooi en land gelegen neven de gemeynt van Nederwetten en neven een stege. Verder diezelfde steeg met een heideveldje neven erf. Peter Cloot en de naast beschreven koeiewei. Verder de voors. koeiewei neven erf. Herbout Stevens. Nog een ‘heytveldeken’ genaamd het Calvereusel, met een stuk akkerland (samen genaamd den Heytcamp) neven erf. Herbout Stevens. Nog een hooiveld genoemd het Geluck, en de Netelhorst, daarbij gelegen. Alles gelijk ANTHOENIS BECKERS van LYESHOUT in gebruik heeft van Berthout voors.. Nog zijn deel in het Rouwvendeken te Breugel-Oerle. Last: 20 st./2 ort in diverse boeken, 12 Carolusgl. aan Adam Henrick Pompen, een pacht van 3 malder rogge aan Goessen Jansen, 3 vaten rogge aan een altaar te St. Oedenrode, een vat rogge aan de pastorij van Breugel, een halve braspenning aan het convent van Hoydonck. Jan Jacops en zijn zusters moeten ook een deel van al die cijns betalen. Het eikenhout is voor de koper, en de aanvaarding van het land is volgend jaar met ‘stoppelen’. Get. – WF/PH 15 maart 1610, 1610/1611
15240 Schepenbank Helmond, 1396-1810 (Inventarisnummer: 3821)

Neteldonc
Wat opvalt is dat de naam Neteldonc ook terug te vinden is in oudere archieven uit zowel Nuenen als Son en Breugel, die stammen uit de 15e en 16e eeuw. Het is tot nu toe onduidelijk of hiermee hetzelfde gebied wordt bedoeld. Nader onderzoek in de toekomst zal dit nog moeten bewijzen.

Frank Raaijmakers