De Ooievaarsbeemd is te vinden in de gemeente Son en Breugel iets ten zuiden van het Wilhelminakanaal in het Breugels Broek. In de 18e eeuw wordt de naam al vernoemd.
Vandaag de dag is het een zeer rustig natuurgebied, en één van de meest afgelegen plekken van de gemeente. Vroeger was dit nog in gebruik als hooiland. Sinds komst van het Wilhelminakanaal is dit gebied min of meer afgescheiden en werd het onaantrekkelijk door de ontoegankelijkheid. De voormalige weilanden ten noorden en oosten van de Ooievaarsbeemd zijn dan ook in de loop van jaren dichtgegroeid met bossen. In de bossen zijn nog goed oude perceelsgrenzen zichtbaar, en een dichtgegroeide toegangsweg.

Het Breugels Broek heeft verschillende namen gehad. In de 19e eeuw heette het ook wel ‘het Broek’ of ‘het Laagbroek’. In de 17e eeuw wordt ook vermelding gemaakt van ‘het Oirle Broeck’. Deze natte gebieden werden vroeger gebruikt als hooiland en weidegebied.
Door het gebied loopt een waterloop die sinds de aanleg van het kanaal weinig stroming meer heeft. Vroeger zal deze loop een belangrijkere functie hebben gehad. De loop start in Gerwen en loopt via het Rullen en de Nieuwe Dijk naar Breugel. Wanneer deze Breugel bereikt wordt het een beekje genaamd de Breugelse Beek. In vroegere eeuwen noemde men deze beek ook wel ‘de Leet’.
Grote broekgebieden waren in de middeleeuwen vaak nog gemeenschappelijk grond. Dit wil zeggen dat een landsheer of lokale heer deze grond in bezit had, maar wel mocht worden gebruikt door boeren. Na omstreeks 1200 werden gronden vaak uitgegeven en verkaveld aan lokale boeren. Gemeenschappelijke gronden werden vaak iets later uitgegeven, na 1300. De naastgelegen ‘Kempkens’ worden vaak genoemd in het cijnsboek van de Heerlijkheid Helmond. Dit wil zeggen dat dit ontginningen zijn van tussen 1190 en 1314. De naam ‘Kempkens’ is afgeleid van het woord ‘kamp’, wat zoiets betekent als een afgescheiden stuk land (vaak door een houtwal). Deze kavels zijn bijna altijd rechthoekig of hebben de vorm van een trapeze, zoals het geval bij de Ooievaarsbeemd. Dit gebied is dus al lang geleden in gebruik genomen. En zijn dus niet onlangs drooggelegde moerassen wat wel eens gedacht wordt.

In 1769 vermeld het verpondingsboek van Gerwen als eigenaar: De weduwe Hendrik Dirks van der Aalst –
Een stuk groese onder Breugel genaamd halven oyenvaarsbeemt, groot 3 lopens.
In 1832 zijn er 4 kavels te zien. Oorspronkelijk zal dit waarschijnlijk 1 kavel geweest zijn, maar deze is later opgedeeld in 4 delen. De eigenaren in 1832 zijn de kinderen van Jan van Dooren. Vandaag de dag zijn de grenzen van vier delen nog aanwezig in de vorm van vier greppels die het weiland opdelen.
De familie van Dooren uit Gerwen bleef tot 1929 eigenaar van de grond. Daarna werd het eigendom van Rooijakkers. Van 1940 tot 1977 kwam het in bezit van de familie De Louw-Donkers uit Gerwen. De grond had daarna nog kortstondig twee andere eigenaren, tot het in 1985 in bezit kwam van Brabants Landschap.
De Ooievaarsbeemd en omliggende omgeving is een mooi voorbeeld van hoe een gebied ontkomen is aan de ruilverkaveling van de 20e eeuw. Na de aanleg van het kanaal is hier weinig meer veranderd. De ruit van Eindhoven bracht 10 jaar geleden nog een grote bedreiging voor dit gebied. Helaas stemde de gemeente Son en Breugel in met plannen voor deze weg. Hopelijk zal deze gemeente in de toekomst iets zuiniger omspringen met mooie plekken zoals deze.

Frank Raaijmakers
Geef een reactie